Feyenoord heeft spits Graziano Pellè voor nog geen 3 miljoen euro vastgelegd. Bedrijfsmatig is dat een slechte zet, schrijft Pieter Zwart. Prijzen win je met een goede verdediging.
Heel Rotterdam is in vervoering: de briljante strateeg Martin van Geel is er in geslaagd topscorer Graziano Pellè voor vier jaar vast te leggen. Daarvoor betaalt de Rotterdamse club nog geen 3 miljoen euro aan transfersom.
“Daarmee blijft Feyenoords technisch directeur Martin van Geel ruim onder zijn budget en slaagt Feyenoord erin voor de komende jaren een doeltreffende spits in huis te halen”, schrijft Feyenoord-watcher Martijn Krabbedam op VI.nl.
Doeltreffende spits
Van de titel doeltreffende spits lijkt niemand op te kijken, maar laten we een halfjaar teruggaan in de tijd. Heel Nederland lachte zich rot dat Feyenoord Pellè op huurbasis aantrok. De Italiaan had namelijk nooit meer dan tien competitiedoelpunten in een seizoen gemaakt. Die tien treffers waren bovendien niet eens gemaakt op het hoogste niveau, maar in de Serie B. Als Feyenoord voor die speler bijna drie miljoen had neergelegd, dan had iedereen Van Geel voor gek verklaard.
Nu (veertien wedstrijden en evenzoveel doelpunten verder) ziet de wereld er heel anders uit. Het bedrag dat een halfjaar geleden nog belachelijk werd gevonden, wordt nu beschouwd als een koopje. Dat getuigt echter niet van rationeel gedrag: in die zes maanden is de Italiaan geen andere voetballer geworden. Weliswaar presteert hij goed, maar in zo’n kort tijdsbestek speelt ‘geluk’ en ‘toeval’ altijd een grote rol.
Kunst van de transfermarkt
In het boek Dure spitsen scoren niet toonden sportjournalist Simon Kuper en econoom Stefan Szymanski aan hoe inefficiënt de transfermarkt in het voetbal is. In tegenstelling tot spelerslonen, bleken transferbedragen vrijwel geen voorspellende waarde te hebben voor de eindrangschikking van een club. Spelers die te veel verdienen worden geloosd en spelers die te weinig verdienen, krijgen een opgewaardeerd contract, maar die correctie vindt bij transferbedragen niet plaats.
De kunst van de transfermarkt is in principe vrij eenvoudig te begrijpen. Je moet spelers kopen die (om wat voor reden dan ook) ondergewaardeerd worden op de transfermarkt. Vervolgens verkoop je diezelfde spelers weer als ze op diezelfde markt overgewaardeerd worden.
Om de waarde van een speler goed in te schatten, is het belangrijk deze speler jarenlang nauwgezet te laten volgen door verschillende mensen. De oude beoordelingen moet je vervolgens net zo serieus nemen als je meer recente beoordelingen, waardoor de invloed van de waan van de dag op je beslissingen afneemt. Dat klinkt logisch, maar de praktijk van alledag wijst uit dat er in de voetbalwereld vaak niet zo logisch gehandeld wordt.
Typische miskoop
Bovenstaande afbeelding geeft de ontwikkeling van de marktwaarde van Pellè weer volgens de maatstaven van de site Transfermarkt.de. Het moment waarop Feyenoord in deze zomer insprong, was volgens deze grafiek briljant te noemen. De marktwaarde was op de bodem beland en daarmee werd de Italiaanse spits ondergewaardeerd. Hij was namelijk fysiek op de top van zijn kunnen. Bij Feyenoord liepen er mensen rond, waaronder Ronald Koeman, die zijn kwaliteiten op waarde wisten te schatten en daardoor kon de club uit Rotterdam gebruik maken van de inefficiëntie van de markt.
Een halfjaar later is de waarde van de spits echter explosief de lucht in geschoten. In een kort tijdsbestek werd zijn waarde driemaal zo hoog. De reden daarvoor is simpel: heel Nederland is ineens in de ban van die malle Italiaan die alle ballen er ineens inschiet. Dergelijke explosieve stijgingen in waarde zie je ook vaak na een groot toernooi. Eenmaal gekocht, blijken de nieuwe sterren (Pavlyuchenko, Drenthe, Charisteas, Arshavin etc.) ineens niet zo goed als gedacht: er is teveel betaald voor recente prestaties.
In het boek Moneyball, dat de inefficiëntie van de honkbalmarkt aan de kaak stelt, werd dit effect als volgt betiteld: "een tendens overmatig te worden beïnvloed door iemands meest recente prestaties: wat hij net heeft gedaan is niet noodzakelijkerwijs hetzelfde als wat hij zo meteen zal doen." Dat zelfs Koeman meerdere malen opmerkte dat hij verbaasd was door de prestaties van de spits, zou bij de beleidsbepalers de alarmbellen moeten doen rinkelen, maar ook zij zijn verblind door het plotselinge succes.
Nationaliteit en uiterlijk
Behalve zijn recente prestaties zijn er nog drie irrelevante zaken die de prijs voor Pellè opdrijven: zijn nationaliteit, zijn uiterlijk en zijn positie. Op de voetbalmarkt wordt er voor bepaalde nationaliteiten meer betaald dan voor andere nationaliteiten. Zo zal een Nederlandse trainer makkelijker een club in het buitenland vinden dan een Finse trainer als zij dezelfde kwaliteiten hebben.
Hetzelfde geldt voor voetballers: Italiaanse voetballers (en zeker spitsen) hebben een goede reputatie, daarvoor moet je betalen. Daarnaast ziet Pellè er uit als een topvoetballer en dat weegt onbewust mee in zijn prijskaartje. Scouts hebben een beeld in hun hoofd van een topvoetballer en daar voldoet de Italiaanse spits aan, waardoor hij duurder is dan een soortgelijke speler die lelijk is.
Prijzen win je met goede verdedigers
Daar komt nog bij dat Pellè een spits is, de meest overbetaalde positie op het voetbalveld. De man die de ballen erin schiet, is meestal de duurste speler van het elftal. Waar een club dan voor betaalt, is de aandacht die deze speler krijgt van de media: spitsen staan op de voorpagina.
Prijzen win je echter door je defensie en je keeper. In de afgelopen tien jaar in de Eredivisie werd slechts eenmaal het team met de meeste doelpunten voor kampioen. Zeven keer werd het team met de minste tegentreffers kampioen. De overige drie keren werd het team met de op één na minste tegentreffers kampioen. Oftewel: je wordt kampioen dankzij je defensie. Verdedigers en keepers zijn desondanks goedkoper dan spitsen.
Daarmee voldoet Pellè op veel punten aan een typische, irrationele miskoop: zijn recente prestaties zijn uitzonderlijk gezien zijn normale prestaties, hij is Italiaan, hij is knap en hij is een spits. Bovendien heeft hij een leeftijd bereikt (27) waarop zijn transferwaarde alleen nog maar af zal nemen.
Helikopter
Waar Feyenoord nu de hoofdprijs voor betaalt, is niet de voetballer Pellè, maar het merk Pellè. Ze betalen voor de hype rondom de Italiaan en ze betalen voor de sympathie die het publiek voor hem koestert. De aankoop van Pellè oogst veel applaus, maar voor (doel)punten en prijzen is het alles behalve een garantie.
Daarmee zijn de Rotterdammers terug bij af. Jarenlang werd het beleid bij Feyenoord bepaald door de helikopter. De beleidsbepalers wilden ieder jaar een grote aankoop in de helikopter hebben op de open dag. Dat levert applaus op van de fans in de zomerstop. Aan het eind van de competitie waren diezelfde fans echter vrijwel altijd ontevreden: de grote namen hadden hun faam niet waargemaakt en Feyenoord zat weer zonder prijzen.
Nieuwe filosofie
Vorig seizoen was wat dat betreft een trendbreuk. Uit de helikopter kwamen vier spelers die niet tot de verbeelding spraken. Ze kwamen over van het kleine broertje Excelsior. Aan dat kwartet werden later nog afdankertjes van PSV en Manchester City toegevoegd. Het deed de Kuip op de open dag niet ontploffen, maar dat was aan het eind van het seizoen wel anders: een kolkende Kuip kon het behalen van de tweede plaats vieren.
Feyenoord had noodgedwongen gekozen voor de eigen jeugd en dat vulde men aan met ‘koopjes’ van buitenaf. Een gezonde filosofie die de club behalve financieel ook sportief succes opleverde. Dit seizoen kwam Feyenoord dankzij de nieuwe filosofie terecht in de gezonde categorie twee.
De aankoop van Pellè staat haaks op die filosofie. Miljoenen betalen voor een 28-jarige (de leeftijd waarop de transfer plaatsvindt), terwijl het water je financieel nog steeds aan de lippen staat, is bijzonder risicovol. Door zijn vierjarig contract staat hij ook nog eens spelers uit de eigen opleiding in
de weg.
Guidetti bleek niet onvervangbaar
Pellè is dit seizoen erg belangrijk voor Feyenoord, maar daarmee is hij niet onvervangbaar. Zoals ook John Guidetti niet onvervangbaar bleek te zijn. Al was het maar omdat een spits niet zo belangrijk is voor succes. Het beste Nederlandse team uit het afgelopen decennium (PSV: 2004-2005) had dat jaar zijn gehele voorhoede verloren. Ajax verloor twee jaar geleden met Luis Suarez en Marko Pantelic meer dan vijftig competitiedoelpunten. Het werd vervolgens twee jaar op rij kampioen.
Een halfjaar geleden werd de aankoop van Pellè gezien als een blunder, maar bleek het een gouden greep te zijn. Nu wordt de aankoop van diezelfde Italiaan gezien als een gouden greep, maar is de kans zeer aanzienlijk dat dit een blunder blijkt te zijn. Martin van Geel had zijn geld beter kunnen gebruiken om het contract van aanvoerder Stefan de Vrij te verlengen. Verdedigers maken je namelijk kampioen: een Italiaanse spits niet.
Pieter Zwart is sportredacteur bij De Weekkrant, hoofdredacteur van Ajax1.nl en eindredacteur bij Catenaccio.nl, een groepsblog met voetbalachtergronden.